De naam “Nova’s Treasure” is afgeleid van de schat die verborgen zou zijn op Oak Island. Dit is een eiland in de provincie Nova Scotia in Canada.

Op Oak Island zou zich een  put met geld (The Money Pit) bevinden. In de laatste twee eeuwen hebben tientallen schatgravers hier hun geluk beproefd.
De geschiedenis van de geldput begint in 1795. De zestienjarige Donald Daniel McGinnis ontdekte bij een alleenstaande eik een kale tak waaraan ooit iets zwaars leek te zijn opgetakeld. Hieronder bevond zich een ondiepe vierkante kuil. Samen met zijn vrienden werd de kuil uitgediept. Toen ze op tien meter diepte het grondwaterpeil bereikten en nog geen schat hadden gevonden gaven ze het op.

In oktober 1862 is er op 27 meter diepte een steen met inscripties gevonden. De vertaling van de symbolen zou zijn: "Twenty feet below, two million pounds lie buried." Later liep de put vol met water en moest ook deze opgraving worden gestaakt.
De steen met inscripties is sinds 1919 spoorloos verdwenen.

In 1897 deed Frederick Blair de opmerkelijke vondst van een stukje perkament waarop met een ganzenveer in Oost-Indische inkt een letter V, of een V en een i, geschreven was.

Er zijn vele verhalen bekend over wat er in de geldput verborgen zou zijn: de schat van de Britse piraten William Kidd of Zwartbaard of de kostbare lading van een gestrand Spaans galjoen.

Andere verhalen spreken over een Maya of Inca-schat, of zelfs de door de Tempeliers verborgen Heilige Graal.
Er wordt ook gespeculeerd dat de put veel ouder is en door de Vikingen of de inheemse Micmac-indianen werd gebouwd, maar omdat er behalve de eik geen bomen rond de put stonden wordt aangenomen dat deze maximaal 50 jaar voor de ontdekking in 1795 werd aangelegd, omdat anders de open plek weer met bomen zou zijn begroeid.

Wat de echte schat van Nova Scotia is laat zich niet moeilijk raden. De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is een geweldige hond die zijn oorsprong op dit schiereiland vindt.